Vleesvervangers bevatten meestal weinig ijzer en B-vitamines en veel zout

Tiny van Boekel, hoogleraar voedseltechnologie aan Wageningen University & Research, stelt vast dat vleesvervangers in de supermarkten vaak weinig of soms zelfs geen ijzer en B-vitaminen bevatten. Bovendien worden die stoffen in plantaardige producten minder goed door het lichaam opgenomen dan wanneer ze uit vlees afkomstig zijn. Verder hebben vleesvervangers van zichzelf weinig smaak en dat lossen producenten op door er veel out aan toe te voegen. Gemiddeld bevat een vleesvervanger 2 gram zout per 100 gram. Dat is een derde van de maximale dagelijkse hoeveelheid zout die voor een volwassene wordt aanbevolen.

Ongeveer 80% van de dagelijkse zoutinname komt uit bewerkte voedingsmiddelen. Ook vleesvervangers kunnen worden gezien als bewerkte producten. De basisingrediënten bestaan meestal uit soja, tarwe, lupine of schimmels. Verder worden er meestal polymeren aan toegevoegd die ervoor zorgen dat het product de gewenste structuur heeft. Ongefermenteerde soja bevat ook fytinezuur, een stof die een complex vormt met metaalionen. Daardoor kan het lichaam mineralen als calcium, magnesium, ijzer en zink minder goed opnemen. In gefermenteerde sojaproducten zoals tempeh is het fytinezuur onschadelijk gemaakt. (food holland nieuws wk51)